FC Den Bosch heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank in de kwestie met de heer Jordania. Hieronder wordt kort toegelicht waarom er voor deze weg wordt gekozen.

Waarom?
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 9 juni 2021 (in eerste aanleg, zoals dat heet) weliswaar een beperkt bedrag aan Jordania toegewezen, maar ook geoordeeld dat Jordania een schadevergoeding aan FC Den Bosch moet betalen.

De exacte hoogte van deze schade zal in een aparte (schadestaat)procedure moeten worden vastgesteld. Door hoger beroep in te stellen kan FC Den Bosch via een eisvermeerdering deze tweede aparte procedure voorkomen en het aan Jordania te betalen bedrag verrekenen met de schade die door de club is geleden.Daarbij is FC Den Bosch van mening dat een aantal van haar schadeposten door de rechtbank ten onrechte zijn afgewezen. In hoger beroep zullen daarom aanvullende verklaringen en bewijsstukken worden ingebracht.

Hoogte van de schade
De rechtbank heeft in eerste aanleg bepaald dat de schade van FC Den Bosch (tenminste) bestaat uit de kosten die FC Den Bosch na het vertrek van Jordania nog heeft moeten maken die te maken hebben met spelers die op initiatief en met medeweten van Jordania zijn aangetrokken.
Deze schade betreft een beduidend hoger bedrag dan het bedrag dat in de uitspraak van 9 juni 2021 aan Jordania is toegewezen.

Kansen
In die uitspraak heeft de meervoudige kamer van de rechtbank (bestaande uit 3 rechters) een zeer uitvoerig vonnis gewezen. Dit vonnis is gebaseerd op omvangrijke en goed onderbouwde stukken en een zitting die bijna 7 uur heeft geduurd. In het vonnis heeft de rechtbank al haar beslissingen uitgebreid  gemotiveerd. Weliswaar gaat het Hof in hoger beroep de zaak opnieuw bekijken, maar FC Den Bosch en haar advocaten achten de kans gering dat het Hof voor wat betreft de vorderingen van Jordania tot een volstrekt ander oordeel komt. Voor wat betreft de vorderingen van FC Den Bosch achten de advocaten het reëel dat FC Den Bosch een substantieel bedrag aan schade toegewezen zal krijgen. Zelfs indien alleen de spelerskosten worden toegewezen zal Jordania na verrekening een bedrag aan FC Den Bosch moeten betalen in plaats van andersom.

Minnelijke regeling
Nadat de rechter in eerste aanleg vonnis heeft gewezen, heeft FC Den Bosch haar uiterste best gedaan om tot een minnelijke regeling te komen die recht doet aan de situatie. In dit kader zijn diverse voorstellen en tegenvoorstellen uitgewisseld. Tevergeefs. Partijen zijn niet tot een minnelijke regeling gekomen. Ondertussen heeft ook het Hof geoordeeld dat dit geschil zich in beginsel voor een schikking leent. In een zogenaamde comparitie na aanbreng zal het Hof proberen om partijen alsnog tot een schikking te bewegen. Pas als dit niet lukt zal de inhoudelijke hoger beroep procedure worden gevoerd.